Ze luisteren niet
Een veel gehoord verwijt van kiezers en politici is dat de gevestigde partijen niet luisteren naar het volk. Ze maken zich bijvoorbeeld zorgen over het dreigende verlies van de eigen identiteit en waarden, de eigen voorzieningen en de hoge kosten. Over die zorgen hoeft geen enkel misverstand te bestaan: die zijn aanwezig. Maar wordt daarnaar niet geluisterd? Luisteren is niet hetzelfde als het één op één overnemen van geopperde alternatieven. Het is toch echt wel anders dan: ‘ze moeten doen wat ik vind’.
Een partij die zegt wel naar de stem van het volk te luisteren en hiervoor in gesprek gaat, zal in de verwachtingen helder moeten blijven. Welke maatregelen er nodig zijn, omdat je anders het volk en hun (klein)kinderen belast met nog hogere kosten en de kwaliteit van het leven achteruitgaat.
In gesprek blijven en luisteren vraagt om een helder en realistisch verhaal. De misstanden zijn ook reëel. Als Papendrecht bijvoorbeeld niet investeert in betaalbare, veilige en toekomstbestendige woningen, dan zullen delen van de gemeente onbewoonbaar worden. Op termijn (en vaak sneller dan gedacht) tot verlies gaan leiden. Weet niet of de samenleving dan blij is en zich gehoord voelt. Van grote wijsheid getuigt het zeker niet.
Er zijn dus twee misvattingen. De eerste is dat gevestigde partijen niet luisteren. Dat doen ze wel, maar luisteren is wat anders dan wensen volledig overnemen, De tweede is dat het volk (wat als zodanig natuurlijk niet bestaat) met de goede bedoelingen niet altijd de wijsheid in pacht heeft. Hopelijk zijn volksvertegenwoordigers en bestuurders wijs genoeg om de uiteenlopende belangen te wegen. Dat ze accepteren dat er kritiek komt. Politiek betekent keuzes maken en uiteraard zijn sommigen het niet met je eens. Net als het besef hebben dat het soms even duurt voordat je resultaat bereikt. Kwestie van een lange adem hebben en altijd blijven luisteren.