Ons centrum, middeleeuws modern
Niet zo lang geleden was ik op bezoek in een prachtig middeleeuws pand in het centrum van Breda. De eigenaar had het prachtig opgeknapt. Vol trots liet hij het huis zien en hij wist daarbij veel te vertellen over de geschiedenis. Zijn verhaal gaf mij nieuwe inzichten voor ons winkelcentrum De Meent en misschien ook wel voor onze andere winkelcentra.
Zo’n middeleeuws huis in de stad was eigenlijk heel flexibel, zo leerde ik. Er was een voorgevel en een achtergevel en daartussen liepen hele stevige balken. Binnen dat raamwerk konden de bewoners van alles timmeren: een verdiepingslaag op de balken, een extra kamer, een trap en alles wat er verder nodig was. Het huis dat ik bezocht, was op die manier een weeshuis geweest met vele kamers op elke verdieping. Toen het weeshuis verhuisde werd het een bierbrouwerij. De tussenverdiepingen en kleine kamertjes gingen er tussenuit om plaats te maken voor de ketels en installaties die horen bij een brouwerij. Weer later werd het een sjiek woonhuis. Telkens maakten de bewoners daarbij gebruik van hetzelfde raamwerk en van de bouwmaterialen die ze in de streek konden vinden, over duurzaamheid gesproken!
Zou dat huis niet een mooie parallel zijn voor ons winkelcentrum in Papendrecht? En misschien wel voor alle winkelcentra in onze gemeente? Nog niet alle bouwlocaties op De Meent zijn ingevuld en tegelijk staan er telkens winkelruimtes leeg. Door de online verkoop daalt het winkelbezoek, ook in ons mooie centrum. De behoefte aan gezelligheid en ontmoeten blijft en daar hoort een gezellig centrum bij, niet een verzameling lege winkels.
In de middeleeuwen losten ze dat dus flexibel op. Er werd gewoon iets nieuws gemaakt in het bestaande pand. Kleine vaklieden, een gezellige herberg, een weeshuis en zaken doen op de markt, het liep door elkaar heen. Kunnen wij ook niet wat flexibeler bouwen? Of is ons bestemmingsplan flexibeler te maken? Dat kan ruimte bieden om ambachtelijke bedrijven terug te zien in het centrum. Nu ik erover nadenk, die trend is al zichtbaar! In Rotterdam is een café waar je onder begeleiding je eigen kleding kunt maken een groot succes. In Breda duiken de kleine bierbrouwers weer op in het centrum. Van der Valk haalt veel omzet uit de plekken waar mensen kunnen werken en ontmoeten.
Zo ontstaat een heel afwisselend centrum. Een centrum waar niet alleen tijdens winkeltijden wat gebeurt, maar de hele dag. Een centrum waar je niet alleen iets kunt kopen, maar ook ontmoeten, eten, zaken doen en gezelligheid beleven. Is de toekomst voor ons centrum middeleeuws modern?