Ruik je dat?!
Ruik je dat? Wat…? Het voorjaar! Eindelijk is ie er dan, de geur van de lente in Papendrecht. Je moet snel zijn, want over een dag of twee valt het niet meer op!
Ik heb vooraan gestaan toen reukvermogen werd uitgedeeld. Zó vooraan zelfs, dat ik een wedstrijd met een hond aandurf. Eén voorbeeldje: Laatst stond ik hoog op een steiger mijn huis te schilderen, toen ik iets rook. Een sigaret, specifieker: zware shag! Ik keek om me heen en zag zeven meter lager en vijf huizen verder een tuinman tevreden een pluim rook uitblazen. Ongelogen!
Het kan een vloek zijn natuurlijk, zo extreem goed kunnen ruiken, maar het is vooral een bron van geluk. De zee, een versgebakken appeltaart en een baby, maar ook pas gezaagd hout, hars en mos, om maar een paar dingen te noemen; ik kan er intens van genieten.
Van alle dingen die door de Coronacrisis zijn weggevallen, staat ‘geen nieuwe dingen ruiken’ voor mij dan ook hoog op het gemislijstje. Van armoe heb ik laatst zeep en douchegels besteld bij een Italiaanse website, als surrogaat vakantie-ervaring. (Met de ogen dicht werkt dat trouwens uitstekend.)
Het verliezen van mijn reukvermogen, is mijn persoonlijke nummer één motivatie om de Coronaregels met frisse tegenzin, nauwgezet te blijven naleven. Zelfs nu alle ‘stippen op de horizon’ het zicht op het einde van de crisis steeds meer vertroebelt, houd ik stug vol.
Ruim zestig procent van de mensen die COVID krijgt, heeft tijdelijk of blijvend last van reukverlies. Anosmie heet dat; een zwaar onderschatte handicap. Mensen die het treft, kampen niet alleen met reuk- en smaakverlies - op zich al vreselijk - maar verliezen veel méér. Hun gevoel van veiligheid is weg, want hoe weet je nog of er brand is of een gaslek? Ze worden onzeker, want hoe controleer je of je huis fris ruikt en – erger nog – of je zelf niet stinkt? En dan is er nog de groep ex-COVID-patiënten die ‘verkeerde dingen’ ruikt of proeft: een appel die naar ui smaakt, de hele dag door rook ruiken. Deze geurhallucinaties drijven mensen tot wanhoop. Laten we hopen dat de zeshonderd wetenschappers die er wereldwijd mee bezig zijn, de remedie hiertegen kunnen vinden.
Nu we een tweede jaar ingaan waar de staycation het dreigt te winnen van de mogelijkheid van een vacation, duimt bijna iedereen dat we er op uit kunnen deze zomer. Nieuwe omgevingen, nieuwe mensen en nieuwe geuren, oh, wat hunkeren we daarnaar. En als kers op de taart, de thuiskomst! Godfried Bomans zei het al: “Men gaat op reis om thuis te komen.”
Ik kan niet wachten op dat moment. Papendrecht binnenrijden en de zacht zoete geur van rivierklei opsnuiven, die alleen waarneembaar is na een vakantie of een hoosbui op wekenlang uitgedroogde grond.
Fingers crossed allemaal, dat we wegkunnen, zodat we ook weer de ervaring hebben van het thuiskomen. Dat we deze zomer maar verrukt mogen uitroepen: Oh heerlijk, we zijn weer in Papendrecht, we zijn weer thuis!