Verkiezingsfront
Lieve papa,
We zien elkaar de laatste tijd niet zo vaak. Druk-druk-druk. Het komt telkens net even niet uit. Daarom maar even een berichtje tussendoor.
Van het verkiezingsfront.
De stand van zaken? Zo’n beetje alle verkiezingsposters hangen. Het radiodebat is al geweest. De stellingen zijn ingenomen, al worden loopgraven angstvallig vermeden. Je moet op voorhand immers niets uitsluiten met het oog op een coalitie, nietwaar? En er komen nog wat openbare gelegenheden in Papendrecht. Zoals een heus feest van de democratie. Met debatten. En op de avond voor de verkiezingen word ik nog door de lokale omroep geïnterviewd. Alsof dat dan nog een verschil gaat maken…
Onder ons, papa: ik schat in dat een landelijk politiek kopstuk, die uiteraard niet in Papendrecht meedoet, vóór 21 maart pakweg 100 interviews meer zal hebben gegeven dan een lokale lijsttrekker. Ik hoor u al smalend lachen: de gemeenteraadsverkiezingen zijn dus weer nationaal, al is het maar als peiling.
De verkiezingen in Papendrecht verlopen eigenlijk precies zoals je zou verwachten. Die paar politici die in de afgelopen jaren met regelmaat schreven doen dat nog steeds. Maar inmiddels worden zij in de laatste weken voorbij geijverd door enkele anderen, die de vier jaar daarvoor nauwelijks zichtbaar waren. Zo werkt dat met verkiezingen, heb ik u wel eens horen zeggen, papa. En ik weet dat ook wel, maar het blijft me op de ene of andere manier toch verbazen. Zeker als je ziet welke stereotype algemeenheden (lees: eigenlijk flauwekul) als nieuwe politieke boodschappen worden gebracht. Ik hou er maar vertrouwen in dat de kiezer op 21 maart meer heeft dan alleen maar een korte termijn-geheugen.
Er worden op dit moment wel wat minder voorspelbare stenen in de vijver gegooid, papa. Maar eerlijk is eerlijk: het water rimpelt er nauwelijks van. Het zou mij dan ook zeer verbazen als kiezers juist hierdoor anders zouden gaan stemmen.
Het ene akkefietje betreft een raadslid dat als enige – tegen de wat onduidelijke regels en afspraken in – toch zijn sandwichborden aan de straten kwijt wil. En hoewel ik best zie dat er argumenten voor en tegen kunnen zijn, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat zijn (late) actie meer ingegeven is door de naderende verkiezingen, dan door de vermeende beknotting van zijn of onze vrijheid van meningsuiting. Voldoende verkiezingsborden in Papendrecht waar immers wel geplakt mag worden. Bovendien weet ik zeker dat de meeste inwoners liever niet opnieuw een politieke posteroorlog en verrommeling in hun straten willen.
Het andere akkefietje, papa, is een onderzoek van Berenschot. Over de regio. Zij concluderen dat het anders moet. Pleiten daarbij eerst voor een verdere versterking van de Drechtsteden. Eigenlijk Drechtstad. Maar ze bouwen op voorhand maar een veiligheidsklep naar een ander scenario in. Een scenario waarin het grote Dordrecht en Zwijndrecht het economische en ruimtelijke beleid meer zelfstandig gaan oppakken. Een scenario waarvan wordt gezegd dat dit nadelig gaat zijn voor de andere 5 drechtsteden, al zie ik dit echt anders. En kijken we naar de verkiezingsprogramma’s, vooral ook in Dordrecht, lijkt het beter maar meteen door te schakelen naar dit zelfstandige scenario.
Papa. Ik sluit af. Misschien wel vanuit een geruststellende gedachte: het is vrij stil aan het verkiezingsfront.
Binnenkort maar weer eens gewoon een bakkie doen.