Hittestress
"Het was een brandendheete vrijdagachtermiddag in zekere Hollandsche stad: zoo heet en zoo brandend, dat de mosschen [mussen]op het dak gaapten, ’t welk, op gezag der Hollandsche manier van spreken, de grootste hitte is, die men zich voor kan stellen." Zo schreef Hildebrand in zijn Camera Obscura. Terwijl ik dit schrijf zijn de omstandigheden niet veel anders. Toch heb ik eens goed gekeken naar die mussen, maar gapen zag ik ze niet. En van het dak vielen er ook al geen mussen. Eigenlijk zag ik, helaas!, helemaal geen mussen. Maar warm was het zeker. En droog ook. Mensen, dieren en planten zuchten onder de hitte en alles wat er bij hoort. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zo lijken de Papendrechtse platanen te gedijen. Deze bomen doen een behoorlijk jasje uit met de hitte; inmiddels ligt er zoveel schors dat voorbijgangers al van ver te horen zijn als ze knisperend en krakend langs komen.
Toch hebben we allemaal op heel veel manieren te maken met de gevolgen van een periode van ongekende warmte. Een aantal speeltuinen zijn met regelmaat dicht, het Nationaal Hitteplan is van kracht, mensen die ziek en zwak zijn hebben een zware tijd, het gras is inmiddels steppegeel en bomen verliezen veel bladeren, soms lijkt het wel bijna herfst. Voor heel wat mensen levert de droogte en warmte extra werk op: zo hebben de waterschappen hun handen meer dan vol, moeten er dijken uitgebreid gecontroleerd worden en de waterbedrijven werken zich een slag in de rondte om ons te voorzien van voldoende drinkwater. En dat alles om zoveel mogelijk hittestress te voorkomen!
En deze zomer lijkt nog maar een voorproefje. Er liggen nogal wat uitdagingen te wachten voor de toekomst. Zo hoorde ik dit voorjaar dat de provincie rekening houdt met 30 – 30 – 30. Dat zal niet meteen herkenning oproepen, maar het betekent dat er verwachtingen zijn dat in 2030 30 dagen zijn met temperaturen van 30 graden of meer. Dat is nogal wat! Verder las ik recent in het AD dat Papendrecht te maken heeft met hitte-eilanden. Papendrecht houdt veel meer warmte vast dan omliggende gebieden. Relatief koelt het veel te weinig af. Er moet dus echt nog wel wat gebeuren om Papendrecht in de toekomst aangenaam te houden. Of om het in een duur woord te zeggen: het is tijd voor ‘klimaatadaptatie’. Eerst maar het hoofd koel houden natuurlijk! Verder niet teveel airco’s aanzetten, maar wel zorgen voor voldoende bomen. Zeker als je weet dat een boom net zoveel koelte oplevert als tien airco’s.
Tegelijk constateer ik ook dat er zo heel veel vanzelfsprekend is, ondanks de recorddroogte. Elke dag kunnen we voldoende water drinken. Elke dag kunnen we voldoende water gebruiken voor andere doeleinden. En ‘s avonds schiet er nog wat over voor de plantjes. Bijzonder toch!? En hittestress of niet, er is ondanks zorgen bij de boeren, nog meer dan voldoende te eten de komende tijd. Voor mij zijn dat heel veel redenen om dankbaar te zijn. Daarbij sta ik veel te weinig stil. De dichter Guido Gezelle schreef: ‘dankbaarheid is een bloemke dat in weinig hoven bloeit’. Misschien krijgt dat ‘bloemke’ ook wel veel te weinig regen…..