Diepste punt bij berging bijna bereikt
PAPENDRECHT - Bij de berging van de AVRO Lancaster 'Popeye' in Papendrecht is het diepste punt bijna bereikt. Binnen de damwanden is een gebied van 45 bij 25 meter inmiddels tot op een diepte van vijf en een halve meter afgegraven.
De voortgang van de berging wordt hoofdzakelijk belemmerd door de vondst van de vele vliegtuigwrakdelen, motoronderdelen en propellerdelen. Grote explosieven zijn nog steeds niet gevonden. Pas als het diepste punt is bereikt, is het zeker dat er zich geen grote explosieven in de grond bevinden. Na het uitgraven van de crashlocatie is de bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht nog zeker drie weken bezig met het doorzoeken van de ongeveer 4.000 m3 vrijgekomen grond.
Dit doorzoeken wordt tot in detail toegepast. Nadat de uitgegraven grond, waarin zich wrakdelen bevinden, in depot is gelegd, wordt de aarde gezeefd met een trommelzeef. Vervolgens worden de wrakdelen op een lopende band gedeponeerd. Aan deze lopende band staan een vliegtuigberger, een explosievendeskundige en een Identificatiemedewerker. Zij inspecteren de aarde op de lopende band tot op het kleinste detail.
Het zijn dezelfde disciplines, die zich in de kuil bevinden bij de graafwerkzaamheden. De vrijgekomen aarde wordt bemonsterd en onderzocht in het lab. Wanneer uit analyse blijkt dat de grond schoon is, wordt deze na afloop van de bergingsoperatie in overleg met de gemeente teruggestort. Indien de uitgegraven aarde boven de daarvoor gestelde limieten is verontreinigd, dan wordt deze afgevoerd. In dat geval wordt de bergingslocatie met schone aarde opgevuld.
(Foto: de drie verschillende disciplines van defensie doorzoeken de aarde tot in detail.)
