Pleidooi van Onafhankelijk Papendrecht voor eenmalige gift aan kinderboerderij Papenhoeve

15 november 2017 door Hennie van der Zouw
Pleidooi van Onafhankelijk Papendrecht voor eenmalige gift aan kinderboerderij Papenhoeve

PAPENDRECHT - OP (Onafhankelijk Papendrecht) houdt een pleidooi voor eenmalige gift aan kinderboerderij Papenhoeve om schoon schip te maken en een frisse herstart mogelijk te maken.

De kinderboerderij werd op basis van het Toekomstplan kinderboerderij Papendrecht verzelfstandigd. Uitgegaan werd daarbij van een financiële ondersteuning van de kant van de gemeente van € 171.000,--. 2 fte 110.000,--, Exploitatiebijdrage 26.000,--, Kosten rente en afschrijving nieuwbouw € 35.000,--.

Op 6 april 2017 bereikte de Raad een voorstel om een extra subsidie aan de kinderboerderij te verstrekken van € 26.000,--, voor het aanstellen van een beheerder als betaalde kracht, waarbij aangegeven werd dat de dekking voor deze extra subsidie dit jaar (2017) zou plaatsvinden uit het te verwachten positieve rekeningresultaat 2016.

Dit raadsvoorstel was in goed overleg tussen het bestuur van de kinderboerderij en het College tot stand gekomen. In het voorstel was ook opgenomen een resultaatverlichting aan de kant van het bestuur van de kinderboerderij om uiterlijk op 01 september 2017 te komen met een plan van aanpak. Toen was de Raad aan zet. De coalitiepartijen gingen niet akkoord met het voorstel van het College. Het College boog voor (de meerderheid van) de gemeenteraad en trok aansluitend het Raadsvoorstel in. Daarop liet het bestuur van de kinderboerderij, dat zich in de steek gelaten voelde door het College, weten niet verder te kunnen en stapte op.

In een brief, die ook aan alle Raadsleden is rondgestuurd, gedateerd 13 mei 2017, omschreef een vrijwilliger van het bestuur van de kinderboerderij de motivatie om als vrijwilliger bij de kinderboerderij te stoppen als volgt: “Op dit moment sta ik op het punt om te stoppen. Per slot van rekening is het vrijwilligerswerk en heb ik na een werkzaam leven van 45 jaar geen behoefte meer om door de politiek als speelbal te worden gebruikt. En dat is wat nu gebeurt met de kinderboerderij. De financiële cijfers van het businessplan uit 2013 zijn achterhaald en onvolledig. Dit is geen kreet van mij, maar is op feiten gebaseerd. In het businessplan 2013 is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de strenge eisen en de kosten die dat met zich meebrengt voor het halen van het SKBN-keurmerk. Denk hierbij aan beveiliging, alarmeringen, Arbowetgeving, procedures die op schrift moeten staan en de naleving daarvan vastgelegd in logboeken. Het is triest om te horen en te lezen dat aan deze informatie geen behoefte is en dat men dan toch met stelligheid durft te zeggen dat de extra gevraagde € 26.000,-- overbodig is. Dat de vrijwilligers van de kinderboerderij maar meer hun best moeten doen om nog extra sponsorgelden binnen te halen.”

De situatie nu had er heel anders uitgezien als de Raad toen wel in meerderheid zou hebben besloten de kinderboerderij te steunen. Vervolgens ging het College, hierdoor gepikeerd, vervelende brieven schrijven aan het bestuur van de kinderboerderij waarbij de bijdragen vanuit de gemeente werden stopgezet, in het vierde kwartaal van 2017 zou het bestuur van de kinderboerderij geen ondersteuning meer krijgen. In die onderling verziekte sfeer werd een interim bestuurder aangesteld.

Deze ging orde op zaken stellen, hij nam het bestuur van de stichting kinderboerderij op last van de gemeente over, en hij werd, én wordt naar wij mogen aannemen, betaald door de gemeente.

Vanuit het College van B en W is er in de richting van de Raad onvoldoende helder en transparant gecommuniceerd. Aan de actieve informatieplicht is geen goed gevolg gegeven. Waarom hoorde het OP pas eind maart van dit jaar dat er problemen waren en niet eerder?

De fractie van OP heeft eind oktober na een weekend van intensief overleg een voorlopige standpuntbepaling met vragen ingestuurd en daarop van de zijde van het College onlangs pas antwoord gekregen. Dat was als het ware op de valreep voor de vergadering hierover.

De fractie van OP was destijds voor toekenning van 26.000 euro in april 2017. Dat geld was nodig voor de aanstelling van een parttime beheerder. De coalitiepartijen waren daar toen tegen. Nu, een half jaar later, worden wij geconfronteerd met een verzoek om het driedubbele bedrag. Er zou 75.000 euro nodig zijn om de problemen bij de kinderboerderij tijdelijk te verhelpen.

Waarom is toen in april niet door een meerderheid van de Raad positief gereageerd op de uitgestoken hand van de zijde van het bestuur van de kinderboerderij?

Hierop antwoordt het College dat dit een aangelegenheid van de Raad is, en ook dat de huidige financiële problemen hierdoor niet zouden zijn voorkomen.

Waaruit is het bedrag van 75.000 euro opgebouwd? Hierop antwoordt het College dat deze informatie alleen vertrouwelijk kan worden gedeeld.

Nadat de kinderboerderij voor een substantieel bedrag was verbouwd, wilden de coalitiepartijen en het college de kinderboerderij verzelfstandigen. De verzelfstandiging kreeg vorm, maar de kinderboerderij kreeg geen bruidsschat mee waarmee eventuele tegenvallers konden worden opgevangen. Het jaarlijkse subsidiebedrag kwam tot stand door het bedrag van 271.000 euro, waarvoor de kinderboerderij tot die tijd jaarlijks op de gemeentebegroting stond, als uitgangspunt te nemen. Een bezuiniging werd gerealiseerd door van dit bedrag 100.000 euro af te trekken. Dit laatste bedrag bestond uit de veronderstelde aan de kinderboerderij bestede ambtelijke uren. Maar het werd overigens nooit helemaal duidelijk of deze ambtelijke uren ook daadwerkelijk werden gerealiseerd. De kinderboerderij kreeg zodoende 171.000 euro subsidie en betaalde daarvan weer een bedrag terug aan de gemeente voor de huur van de opstallen. (De kinderboerderij zou dit jaar bij ongewijzigd beleid een bedrag van € 151.942 van de gemeente krijgen als ondersteuning.)

Het bestuur ging na de verzelfstandiging van start en met veel enthousiasme heeft het bestuur zich vanaf dat moment tot aan het opstappen van het bestuur in september dit jaar voor het goed functioneren van de kinderboerderij ingezet. De staf samen met de vrijwilligers hebben zich meer dan in retrospectief gemiddeld van hen verwacht mocht worden (ook als vrijwilligers actief in het weekend) ingezet om ondanks alle problemen achter de schermen ervoor te blijven zorgen dat het publiek niks merkte en dat de kinderboerderij toch elke dag weer open was. De (kennelijk echt bestaande) problemen achter de schermen werden al die jaren niet met de Raad gedeeld. Over de problemen achter de schermen hoorde de Raad pas eind maart van dit jaar.

Het OP citeert uit een brief van 13 mei 2017 van de penningmeester van het bestuur: “De financiële cijfers van het businessplan uit 2013 zijn achterhaald en onvolledig. Dit is geen kreet van mij, maar is op feiten gebaseerd. In het businessplan 2013 is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de strenge eisen en de kosten die dat met zich meebrengt voor het halen van het SKBN-keurmerk. Denk hierbij aan beveiliging, alarmeringen, Arbowetgeving, procedures die op schrift moeten staan en de naleving daarvan vastgelegd in logboeken. Alle ins- en outs van de kinderboerderij zijn beschikbaar, zowel financieel als procedureel. De houding van het bestuur van de gemeente Papendrecht motiveert het vrijwilliger zijn niet. Politiek gezien had de kinderboerderij een grote successtory voor de huidige coalitie kunnen zijn. Nu kent deze alleen maar verliezers en de jonge medewerkers in dienst van de kinderboerderij worden mogelijk de grootste verliezers.”

Deze mislukte verzelfstandiging moet haast wel als een van de treurige dieptepunten van de afgelopen jaren worden ervaren door deze coalitie.

In april 2017 bereikte de Raad een voorstel van het College om 26.000 euro bij te passen. Dat
voorstel was gedurende vele maanden ervoor met het bestuur van de kinderboerderij voorbereid en afgestemd. Over 2018 zou dan nog nader gesproken moeten worden. Wat was er gebeurd als de gemeenteraad in april het gevraagde had verleend? Dan had met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het bestuur normaal kunnen door functioneren. Dan was er geen interim bestuurder nodig geweest. Dat zou er ook geen sprake zijn geweest van een acuut probleem.

De oppositiepartijen stemden voor het college voorstel, en notabene alle coalitiepartijen stemden tegen. Het bestuur van de kinderboerderij moest het maar zonder de gevraagde 26.000 euro kunnen redden. We zijn inmiddels een half jaar verder. Het bestuur van de kinderboerderij is recent opgestapt en alle voorspellingen zijn uitgekomen. Nog een citaat uit voornoemde brief: “Het is triest om te horen en te lezen dat aan deze informatie geen behoefte is en dat men dan toch met stelligheid durft te zeggen dat de extra gevraagde € 26.000,-- overbodig is. Dat de vrijwilligers van de kinderboerderij maar meer hun best moeten doen om nog extra sponsorgelden binnen te halen. In het businessplan van 2013 staat dat aan sponsorgelden een kleine € 5.000,-- is begroot. Dit geld zou besteed moeten worden aan de evenementen. In 2015 en in 2016 is € 12.000,-- per jaar aan sponsorgelden binnen gehaald. Meer dan het dubbele dan was begroot. Het grootste deel van de binnengehaalde sponsorgelden is aan de exploitatie van de basisboerderij opgegaan.”

In de beeldvorming naar buiten, en ook intern van het college naar de Raad, is de schijn niet voor de volledigheid weggenomen dat alle problemen die veroorzaakt zouden zijn te maken hebben met het functioneren van (de voorzitter van) het bestuur van de kinderboerderij. Het OP stelt vast dat de voorzitter recentelijk werd vrijgesproken in een strafrechtelijke procedure. In Nederland is iemand onschuldig totdat het tegendeel is bewezen.

Het OP begrijpt niet wat de relatie met een kennelijk nieuwe civielrechtelijke procedure zou zijn.

Het college stelt dat er rekening gehouden zou moeten worden met een schikking. Het is niet duidelijk om welke schikking het dan zou gaan. Gesteld wordt dat de kinderboerderij in acute financiële problemen verkeert. Concreet zou dit betekenen dat de kinderboerderij tot en met oktober aan haar verplichtingen kan voldoen, maar dat voor de maanden november en december vóór 1 november een bedrag van 75.000 euro nodig zou zijn, welk bedrag inclusief het bedrag zal zijn dat zal moeten worden gereserveerd voor een schikking. De kinderboerderij zou verder in een staat van faillissement komen te verkeren.

Waarom is er plotseling zo’n haast dat de Raad binnen de termijn van één weekend (eind oktober, vlak voor 1 november) moest laten weten wat hij ervan vindt?

Het College stelt dat er een acuut liquiditeitsprobleem ontstaat. En dat men daarom genoodzaakt zou zijn om snel een besluit te nemen op het verzoek van de stichting om een lening.

Zonder die helderheid zou de stichting niets anders kunnen doen dan surseance van betaling aanvragen of wachten op een faillissementsaanvraag.

De betaling van de salarissen beloopt volgens onze informatie en berekeningen een bedrag van ongeveer 30.000 euro over de maanden november en december van het lopende jaar (2017). Een faillissement is alleen aan de orde als de kinderboerderij is opgehouden te betalen en indien er minimaal twee schuldeisers met een afzonderlijke vordering zijn waarvan er minstens een opeisbaar is.

Om welke schuldeisers gaat het? Daar is nog geen antwoord op gekomen.

Volgens het College zou een faillissement dreigen indien niet direct een beslissing wordt genomen.

De vragen die het OP in dit kader heeft gesteld zijn de volgende:
Moeten er worden afgeleid dat er een faillissementsverzoek bij een rechter commissaris is ingediend en zo ja, welke vordering is dan opeisbaar dat een dergelijk verzoek kans van slagen zou hebben?

Als dit nog niet aan de orde is, waarom dan de haast van de zijde van het college om de Raad slechts een weekend (het weekend van eind oktober) de tijd te gunnen en niet meer dan dat om “even” iets te beslissen? Waarom moet er een schikking komen in de civielrechtelijke zaak?

Waarom is er geen specificatie gegeven van de gevraagde 75.000 euro?

Het College heeft geantwoord dat er op dit moment geen faillissementsaanvraag ligt.

Van spoed ter zake kon en kan dus geen sprake zijn. Wel is door de stichting aangegeven dat op dit moment de verplichtingen meer zijn dan er aan middelen beschikbaar is.

Vraag aan het College:
Is hierin meegenomen dat het College heeft besloten de uit te betalen bedragen aan de kinderboerderij over het vierde kwartaal van 2017 stop te zetten?

Want als het subsidie over het vierde kwartaal gewoon wordt uitbetaald, dan is er in principe toch voldoende geld in kas om de facturen en de salarissen te betalen?

Onafhankelijk Papendrecht was vanaf het moment dat zij ervan hoorden direct betrokken, en zij hebben zelfs actie gevoerd, om veilig te stellen dat de kinderboerderij open kon blijven. Daar kan achteraf honend over worden gedaan, maar zij hebben als fractie van OP toen gelijk de handen uit de mouwen gestoken. Zij hebben direct een geldinzamelingsactie op touw gezet. Dat geld is door de steunverleners rechtstreeks op de rekening van de kinderboerderij gestort. Zij zijn als fractie trouwens benieuwd hoeveel geld er uiteindelijk met de inzamelingsactie is opgehaald.

Zij zitten ermee dat zij nog geen helder beeld hebben van wat er nou precies is misgegaan, hoe, waarom en wanneer. Zij hebben wel enkele aanknopingspunten, maar de brief van het College gaf daar ook niet veel meer duidelijkheid over. De gevolgen, zes maanden nadat het primaire verzoek om 26.000 euro bij te passen, werd afgewezen, zijn dat het driedubbele bedrag nodig lijkt te zijn. En zijn we er dan wel?

Wat is er in de tussentijd, dus in de afgelopen zes maanden, allemaal (niet) gebeurd dat deze situatie kon ontstaan?

Waarom heeft de wethouder/het college de afgelopen jaren niet beter zijn best gedaan de zaken (denk hierbij aan de strenge eisen en de kosten die dat met zich meebrengt voor het halen van het SKBN-keurmerk. Denk hierbij aan beveiliging, alarmeringen, Arbowetgeving, procedures die op schrift moeten staan en de naleving daarvan vastgelegd in logboeken) met de kinderboerderij te regelen?

Waarom heeft er kennelijk nooit een (tussentijdse) evaluatie tussen het bestuur van de kinderboerderij en de wethouder en zijn ambtenaren plaatsgevonden?

Het OP meent dat dit niet heeft plaatsgevonden, omdat anders tijdig bijgestuurd had kunnen worden.

Waarom zijn de ontstane problemen niet tijdiger gesignaleerd en met de Raad gedeeld?

Waarom is de Raad niet transparant geïnformeerd door het college om gegeven de actieve informatieplicht vanwege het college tijdig te kunnen vernemen waaruit de problemen achter de schermen de facto bestonden?

Het College stelt dat de kinderboerderij een zelfstandige stichting is en dat er formeel alleen maar een subsidierelatie bestaat. Maar is het niet zo dat er meer is dan alleen maar een subsidierelatie?

De gemeente heeft geïnvesteerd in de opstallen, alleen de exploitatie is in handen van de stichting kinderboerderij Papenhoeve gegeven. Maakt het College zich er niet te gemakkelijk mee af?

Dat vraagt OP zich af als zij de brief hebben gelezen.

Ook zijn er afspraken gemaakt met het bestuur als het gaat om het aanbieden van beschut werk. Het is logisch dat dit speciale begeleidingstrajecten met zich meebrengt. Dus alleen maar een subsidierelatie die tussen de gemeente en de kinderboerderij onderhouden wordt, is niet de hele waarheid; en zijn meerdere relaties.

Het kan dan ook niet zo zijn dat het College zich nu achter het relaas van de interim-bestuurder verschuilt en stelt dat de ernst van de problematiek pas na zijn aanstelling in volle omvang duidelijk geworden is. Er waren toch veel eerder al signalen uitgegaan in de richting van het College?

Er was in het voorjaar van dit jaar toch ook al intensief overleg gaande tussen het College en het toenmalige bestuur van de kinderboerderij? Dat kan niet anders. Hoe is anders het Raadsvoorstel van 06 april tot stand gekomen?

Nu doet zich de situatie voor dat door, laten we het erop houden onwillekeurig, maar onhandig optreden van de wethouder, het College én (een meerderheid van) de gemeenteraad (in elk geval de coalitiefracties) sprake is van de kennelijke noodzaak om een lening van € 75.000 te verstrekken.

Met een looptijd van 10 jaar. Maar een lening moet een keer worden terugbetaald.

En heeft de kinderboerderij hiervoor het benodigde potentieel in huis?

Als dit voorstel bij besluit zou worden aangenomen dan is er nog steeds geen antwoord op al onze vragen gekomen. Een lening aan de kinderboerderij verplicht het (toekomstige) bestuur om tien jaar lang jaarlijks een bedrag terug te betalen, of zoveel meer indien haalbaar, welk bedrag in mindering gebracht zal worden op de bijdrage van de gemeente aan de kinderboerderij.

Is dit een eerlijke gang van zaken? Om hierachter te komen is het zaak te analyseren waar deze verzelfstandiging fout is gegaan. In elk geval moeten we een paar dingen doen: Wat de fractie van OP betreft is het zaak eerst als gemeente, dus College en Raad, hardop sorry te zeggen. Het had niet zo gemoeten. Ook wij hebben als gemeente fouten gemaakt.

OP is trouwens benieuwd of u dit ook zo ziet en of u over voldoende empathie beschikt zich in een ander te verplaatsen. De brief die wij vanmiddag ontvingen lijkt niet te wijzen op enige terughoudendheid aan uw kant. De brief is stellig in een presentatie van de kennelijke feiten dat alles wat verkeerd is gegaan de schuld is van het bestuur van de kinderboerderij. U legt de Zwarte Piet van de mislukte verzelfstandiging eenzijdig bij het voormalige bestuur van de kinderboerderij.

Volgens OP is dat een beeld dat niet in overeenstemming is met de werkelijkheid.

Ten tweede zou het thans verstrekken van een lening van € 75.000 impliceren dat u de kinderboerderij achteraf een straf oplegt voor de fouten die u, en dat verwijt geldt ook de Raad, zelf mede hebt veroorzaakt. Immers, door dit voorjaar niet op het juiste moment gevolg te geven aan het Raadsvoorstel om € 26.000 te verstrekken, hebt u momentum verspeeld en de problemen in de maanden daarna verergerd. U had toch, net als de oppositiepartijen dat toen hebben aangevoeld, hebben kunnen zien aankomen dat het mis zou kunnen lopen?

Als we, en dit ten derde, naar deze misukte verzelfstandiging kijken, dan kunnen we hiervan misschien proberen te leren, dat wat gevraagd werd te hoog gegrepen was in relatie tot wat haalbaar was in de praktijk van alledag. Tegenvallers konden niet door het bestuur tijdig worden opgevangen, herhaaldelijke verzoeken van het bestuur in de richting van de gemeente werden kennelijk genegeerd. Logisch dat dit de bestuurders van de kinderboerderij, die al het werk als vrijwilliger deden, regelmatig tot wanhoop dreef.

Wat is dan gelet op een evenwichtige plaatsbepaling als College én Raad van belang nu te doen? De schuld voor het mislukken van de verzelfstandiging van de kinderboerderij helemaal in de schoenen schuiven van het bestuur van de kinderboerderij? Of erkennen, als College en Gemeenteraad samen, dat er kennelijk verkeerde inschattingen zijn gemaakt?

Natuurlijk dat laatste, althans wat de fractie van Onafhankelijk Papendrecht betreft.

Met de vinger naar iemand anders wijzen impliceert immers nog altijd dat van de hand drie vingers naar jezelf wijzen. Het is dan niet eerlijk om de schuld voor deze mislukte verzelfstandiging alleen in de schoenen van de kinderboerderij te schuiven.

Om die reden heeft de fractie van Onafhankelijk Papendrecht, met inachtname van alles wat er over dit dossier al gezegd en geschreven is, geoordeeld dat het wijs zou zijn om schoon schip te maken en voor het nieuwe jaar de weg te plaveien voor een nieuw bestuur voor de kinderboerderij.

De geschiedenis van deze mislukte verzelfstandiging kan niet zomaar even worden weggepoetst, maar u kunt samen wel laten zien dat u ervan geleerd hebt en dat u zonder rancune over wat er in het verleden is gebeurd, de hand wilt reiken naar nieuwe vrijwilligers die hun ziel en zaligheid aan het bestuur van de kinderboerderij willen wijden. En ook de voormalige bestuurders van de kinderboerderij, die zich zo ontzettend voor dit goede doel hebben ingespannen, zouden nog wel eens een officieel bedankje van gemeentewege mogen krijgen.

Tot slot
Het zou een goede zaak zijn als op relatief korte termijn nieuwe bestuursleden zouden kunnen aantreden. Als we ervan uitgaan dat we met elkaar op de lijn blijven zitten dat niet de gemeente het bestuur van en het beheer over de kinderboerderij weer overneemt en de verzelfstandiging terugdraait. Om dit proces goed te kaderen is het zaak om nu geen lening te verstrekken maar om schoon schip te maken. Om zo vanaf 01 januari 2018 met een nieuw bestuur van de kinderboerderij een frisse start te kunnen maken. Teneinde dit te bewerkstellingen zal de fractie van OP aanstonds een amendement indienen.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.